Speicher et al. (2008) van de Universiteit van Keulen heeft een onderzoek uitgevoerd met als doel om de klassieke methodes van krachttraining te vergelijken met een dynamische whole body EMS-training wat betreft de effecten op kracht en snelheid.
De Hypertrofie groep waar hypertrofie training heeft plaatsgevonden was de maximale kracht het meest toegenomen, namelijk 16%. Dit gevolgd door 10% voor de EMS groep. Echter had alleen de EMS trainingsgroep een vertoonbaar significante verbetering in snelheid. De gemeten snelheid verbeterde met 30% significant meer bij de EMS trainingen dan door de klassieke kracht trainingsmethodes (16-18%). Dit is blijkbaar te wijten aan de directe invloed van EMS training op de fast-twitch spiervezels
Uit onderzoek blijkt dus dat EMS training de enige vorm van training is die in staat is om de snelheid van bewegen bij maximale sportprestaties te verbeteren.
Daarom zijn wij juist van mening dat zorgvuldig gedoseerde hoeveelheid whole body EMS-training in combinatie met dynamische uitgevoerde bewegingen (krachttraining) een goede en veelbelovende combinatie is voor kracht- en snelheidstraining.
Fritzsche et al. (2010) van de Cardiology Clinic te Bad Oeynhausen onderzochten het effect van EMS training op hartklachten. Uit dit onderzoek bleek dat de zuurstofopname bij de anaerobe drempel tot 96% toeneemt. De anaerobe drempel is het punt waarop het lichaam bij een inspanning niet meer voldoende zuurstof opneemt om het melkzuur dat vrijkomt bij de verbranding te neutraliseren. Bij dit punt is de maximale zuurstofopname bereikt, maar wordt wel extra energie gevraagd. De Anaerobe drempel neemt dus door EMS training 96% toe. Daarnaast werd er ook een significante stijging van de VO2 max. in combinatie met een daling van de bovendruk (diastolische) bloeddruk en een spiergroei van 14% gesignaleerd.
Sacropenie (spierafbouw) en ophoping van vet zijn nauw verbonden met sterfte, chronische ziekten/klachten en zwakheid (vooral bij ouderen). Kemmler et al. (2009) vonden bij het onderzoek aan de Universiteit van Erlangen-Nürnberg zeer gunstige effecten op de afname van het vetpercentage. Zo werd er een significante afname van het (abdominaal) vet aangetoond, wat ook een (mede) oorzaak is van verschillende (welvaart) ziekten en klachten aan het menselijk bewegingsapparaat. Daarbij werd er ook vastgesteld dat EMS training een zeer kosteneffectieve manier van trainen was bij het verbeten van de lichaamssamenstelling.
EMS training een gunstig effect op de vetpercentage en de lichaamssamenstelling wat de lichamelijke en chronische klachten aanzienlijk kan verminderen.
Vatter (2003)toonde een vermindering van rugklachten aan in zijn studie. Na 6 weken waarin 2 maal per week een EMS training werd uitgevoerd, verminderde de pijnklachten bij 82,3%. Een totaal van 29,9% was na afloop geheel vrij van de symptomen en van alle personen ervaarde 40,3% vooraf chronische (pijn)klachten, maar na afloop was dit slecht nog maar 9,3%.
De impulsen van EMS training bereiken namelijk de dieper gelegen spieren zodat rugklachten aanzienlijk zullen verminderen. Deze dieper gelegen spieren kunnen bij een normale training moeilijk bereikt worden. ‘
De dieper gelegen spieren van de rug zorgen ook voor de houding en zorgen ervoor dat een houding of positie langere tijd kan worden volgehouden. Indien deze dieper gelegen spieren, die ook wel local stabilizers worden genoemd niet goed functioneren of niet sterk genoeg zijn dan gaan de grote spieren (global movers) dit overnemen. Echter zijn de grote spieren hier niet voor bedoelt en zullen deze snel uitgeput en vermoeid raken. Dit kan echter ook voor overbelasting zorgen van deze spiergroepen.
Uit het onderzoek van Vatter (2003) kwam naar voren dat door EMS training bij vrouwen de omvang aanzienlijk af nam bij de borst (-0,7 cm), dij (-0,4 cm), taille (-1,4 cm) en heupen (-1,1 cm). Onder de mannen nam de taille af (-1,1 cm) met een gelijktijdige groei van de bovenarm (+1,5 cm), borst (+1,2 cm) en dij (+0,3 cm).
Door EMS training kwam ook naar voren dat het lichaamsgevoel verbeterde, waarbij 83,0% minder spanning vertoonde, 89,1% meer stabiliteit, en 83,8% betere prestaties. 86,8% zag positieve effecten in het figuur. 90,0% van de deelnemers ervoeren de training als positief.